Soorten whiskey

Single Malt whisky

Single malt whisky is een malt afkomstig van 1 distilleerderij, die niet is gemengd met whisky van andere distilleerderijen. Een Single malt wordt dus wél gemengd met andere vaten van dezelfde distilleerderij. Een single malt wordt uitsluitend gestookt van gemout gerst en gedistilleerd in koperen ketels.
Onder andere door omgevingsfactoren zoals water, gerst en turf is aan de smaak van de single malt vaak al te herkennen in welk gebied deze is gemaakt.

Maar naast de omgevingsfactoren beïnvloeden ook de verschillen in bereidingswijze en de rijping van de whisky de uiteindelijke smaak. Van vroeger uit lieten veel Schotse distilleerderijen hun whisky rijpen in eerder gebruikte sherryvaten afkomstig uit Spanje. Deze werden voorheen namelijk in grote hoeveelheden door het Verenigd Koninkrijk geïmporteerd. Maar tegenwoordig worden er ook steeds vaker bourbonvaten uit de Verenigde Staten gebruikt, omdat de vanilline en tannine in het Amerikaanse eikenhout de Schotse whisky extra karakter geven. En er wordt ook steeds meer geëxperimenteerd met andere vaten, waarin bijvoorbeeld eerder port of rum is opgeslagen.

Single Grain whisky.

Ietwat verwarren, maar het betreft hier geen Grain-whisky maar een malt whisky, waarvan de gerst van één type is en van één en dezelfde locatie komt.

Single Cask whisky

Deze wordt gebotteld vanuit één-en-hetzelfde whiskyvat en wordt op het etiket van de fles vermeld als ‘single cask’ of ‘single barrel’. De whisky in de fles is dan dus afkomstig uit één specifiek vat. Single cask releases kunnen ook komen van onafhankelijke bottelarijen. Deze onafhankelijke bottelaars kopen van een distilleerderij één vat van een distilleerderij en bottelen deze in eigen beheer. Hierdoor zijn uitgaven soms al op de markt verkrijgbaar, terwijl de oorspronkelijke distilleerder zelf nog moet bottelen.

Vintage malt

Deze variant op malt whisky is de meer exclusieve, waarbij het jaartal van distillatie op de fles wordt vermeld. Vintage malt wordt in kleine hoeveelheden op de markt gebracht. Naast het jaar van distillatie moet ook het jaar van botteling op het etiket zijn vermeld. Zo kan worden bepaald hoe oud de whisky is, want eenmaal in de fles ontwikkelt deze zich niet verder.

Met ‘Malt whisky’, werd oorspronkelijk Schotse whisky bedoeld, maar vandaag de dag zijn single malts uit diverse delen van de wereld verkrijgbaar. Japan maakt sinds de jaren 20 van de vorige eeuw malt en inmiddels wordt ook in Canada, Brazilië, India, Nieuw Zeeland, delen van Azië en in vrijwel alle Europese landen malt gemaakt.

Blended whisky

Elke blended whisky is een mix van een of meer single malts en een of meer single grain whisky’s.

De eerste blended whisky’s werden in 1853 gemaakt door Andrew Usher, een whiskyhandelaar uit Edinburgh. Vaak wordt zijn Old Vatted Glenlivet geduid als zijn eerste blend. Blenden werd mogelijk gemaakt door de uitvinding van Aeneas Coffey; het ‘continu-distilleren’. Door een wetswijziging, die blenden mogelijk maakte vóór er belasting over de drank was afgedragen. Ook hielp de Druifluis mee, die de Franse wijngaarden grotendeels verwoestte, waardoor de Franse Cognacproductie in 1875 volledig instortte.
Sinds die tijd is de populariteit van de blends gigantisch toegenomen. Blended whisky is veruit de grootste categorie binnen de whisky en kan uit tientallen verschillende whisky’s zijn samengesteld.

Blended whisky bestaat meestal voor 40% uit malt (gemoute gerst) en 60% uit grain (niet gemout graan).  Door te blenden wordt whisky geproduceerd, die constant is van kwaliteit en smaak. Een blend is wel vaak minder uitgesproken dan die van een single malt whisky. Sommige whiskydrinkers hebben een voorkeur voor de lichtere blends, in plaats van de sterk wisselende en sterk(er) smakende single malt whisky’s en Ierse whisky. Doordat malt whisky’s worden geblend met grain whisky’s is de prijs meestal ook lager. In ‘Deluxe blends’ wordt meer single malt gebruikt. Bij ‘Premium blends’ bestaat de blend uit whisky’s die minimaal 12 jaar oud zijn.

Voor de meesterblenders is in de wereld van het distilleren een bijzondere taak weggelegd. Zij zijn verantwoordelijk voor de keuze van de whisky’s voor een blend.

Grain Whisky

Grain whisky is eenvoudiger te maken dan een malt whisky en wordt meer industrieel geproduceerd met behulp van een distilleerkolom. Doorgaans wordt grain whisky gedistilleerd uit een mengsel van gemoute gerst en andere ongemoute granen, zoals tarwe of mais. Hierdoor is de smaak vlakker en minder uitgesproken en wordt het meestal gebruikt voor bijmenging in blended whisky’s, maar een kleine hoeveelheid wordt na het rijpen in eiken vaten gebotteld en verkocht als grain whisky.

Ierse whiskey.

De eeuwige discussie tussen Ieren en Schotten over wie nu eigenlijk de whisky heeft uitgevonden is niet zo lang geleden beslecht. Inmiddels is wetenschappelijk bewezen dat de Ieren de whisky hebben uitgevonden en hebben meegebracht naar Schotland. Hierop volgend beweren de Schotten nu dat dit dan wel zo mag zijn, maar dat zij het procédé daarna hebben verbeterd en de whisky hebben gemaakt tot wat hij nu is.

Er is ook echt een wezenlijk verschil tussen Ierse en Schotse whisky. Waar Schotse single malt whisky wordt gemaakt van uitsluitend gemoute gerst, wordt Ierse whiskey gemaakt van zowel gemoute als ongemoute gerst in een pure pot-still. De whiskey is vol van smaak en in het Victoriaanse tijdperk werd er in Ierland vrijwel geen andere whiskey gemaakt. Tegenwoordig is Midleton de enige die nog pure pot still stookt. Daarnaast worden in Ierland ook de single malt whiskeys, grain whiskeys en blended whiskeys gemaakt.

Het belangrijkste verschil tussen Schotse en Ierse whisky’s is dat Ierse whiskey geen rooksmaak heeft. Dit komt omdat deze niet boven turf wordt geëest (een onderdeel van het moutingsproces) en omdat de whiskey 3 keer wordt gedistilleerd in plaats van 2 keer. Voor Ierse whiskey worden granen als tarwe, haver en rogge (rye) gebruikt. Een uitzondering op de gebruikelijke Ierse whiskey is echter Connemara. Deze Peated Malt whiskey wordt wél gemaakt van gerst en op de Schotse wijze slechts 2 maal gedistilleerd. Daarbij wordt wél turf gebruikt, zodat er een rooksmaak (peat = turf) ontstaat. Deze Ier heeft dan ook een zeer Schots karakter.

Bourbon whiskey

De naam van deze whiskey is afkomstig van Bourbon County in Kentucky en vernoemd naar het Franse koningshuis Bourbon. Het distilleren is waarschijnlijk begonnen toen Schotse, Ierse en Duitse kolonisten hier tegen het eind van de 18e eeuw aankwamen. Straight Bourbon is afkomstig uit de Verenigde Staten en om Bourbon te mogen heten moet er zeker 51% mais zijn gebruikt. Meestal zit er zelfs 70% tot 90% mais in de bourbon, naast gerstemout, tarwe en/of rogge. Bourbon wordt 2 keer gedistilleerd, eerst in een “Beer Still” en daarna in een “Doubler”. Het distillaat mag de 80% alcohol niet overschrijden en moet worden verdund tot 62.5% of minder, voordat het op vat gaat. De whiskey moet zeker 2 jaar rijpen in nieuwe, van binnen geblakerde witte eikenhouten vaten. De meeste whiskyliefhebbers halen hun neus op voor, maar toch zitten wel degelijk zeer knappe whiskey’s tussen!

Tennessee Whiskey

Ook Tennessee whiskey moet 51% mais bevatten, maar mag geen bourbon genoemd worden, omdat het voor het rijpen door een 3 meter dikke laag van suiker-esdoorn-houtskool wordt gefilterd. Hierbij druppelt de whiskey meteen na het distilleren heel langzaam door de houtskool, waardoor de whiskey een bijzonder en uniek karakter krijgt.  Jack Daniels is zo’n Tennessee Whisky en noemt dit procedé “Charcoal Mellowing” genoemd.

Amerikaanse Rye Whiskey

Vandaag de dag zie je deze whiskey nog maar relatief weinig, maar de geschiedenis van Rye whiskey gaat waarschijnlijk terug tot de 16e eeuw en is eigenlijk de originele Amerikaanse whiskey die gemaakt wordt van tenminste 51% rogge. Andere ingrediënten zijn meestal mais en gemoute gerst. De ontwikkeling is voor een groot deel te danken aan Schotse en Ierse kolonisten, die in Amerika eenvoudiger rogge konden telen dan gerst. Er is een tijd geweest dat er in Amerika meer rye whiskey werd gedronken dan bourbon, maar de drank is de drooglegging nooit helemaal te boven gekomen.

Corn Whiskey

Corn whiskey wordt gedistilleerd uit een gegiste mash – het mengsel van mout en water- van minimaal 80% mais op een alcohol percentage van minder dan 80% .Het is de enige Amerikaanse whiskey die niet hoeft te rijpen in nieuwe, geblakerde eiken vaten en er is ook geen minimale rijpingsduur voorgeschreven. De whiskey wordt vaak nieuw en glashelder verkocht en, als het al wordt gerijpt, dan is dat hooguit een paar maanden.

 Canadese whisky

Met uitzondering van de Single Malt Glen Breton zijn alle Canadese whisky’s blends. De whisky wordt gemaakt in distilleerkolommen, waarbij elke distilleerderij een hele reeks van soorten produceert. Elke blend bevat tussen de 15 en 50 verschillende whisky’s. Net als in Schotland moet de drank ten minste 3 jaar rijpen, hoewel veel 6 tot 8 jaar blijven liggen. Canadese whisky is duidelijk geïnspireerd op Schotse blends. Hoewel op bijna eenzelfde manier geproduceerd, zijn Canadese whisky’s vaak lichter, zoeter en fruitiger dan Scotch Whisky. Anders dan in Amerika zijn er in Canada geen voorschriften voor de receptuur. De whisky wordt gemaakt van rogge, gerst, tarwe of mais basis whisky wordt is licht en redelijk neutraal van karakter en wordt. Bijzonder is dat het bij het maken van Canadese whisky toegestaan is om tot 9,09% andere dranksoorten toe te voegen om de gewenste smaak te verkrijgen. Dit kan van alles zijn zoals sherry of fruitwijn.

Japanse whisky

Tegenwoordig, nauwelijks 80 jaar na de geboorte van de allereerste Japanse whisky, staan Japanse distilleerders wereldwijd bekend om de kwaliteit en elegantie van hun whisky’s.

De Japanse manier van stoken is gebaseerd  op diepgaande wetenschappelijke kennis van de productiemethoden, waarbij tot in detail het hele proces, van het water tot en met de zijn onderzocht. Japanse whisky lijkt qua stijl erg op Schotse whisky, maar er is een groot verschil. In Japan gebruiken distilleerders voor blends en single malts eigenlijk nooit whisky van andere distilleerderijen, alleen van hun eigen distilleerderij. Schotse whiskyproducenten gebruiken voor hun blends meestal een mengsel van single malt en grain whisky van verschillende distilleerderijen. De Japanse distilleerders hebben dus een veel beperktere keuze aan whisky dan hun Schotse tegenhangers. Om dit te compenseren produceren ze zelf meerdere typen whisky. Het graan wordt overigens grotendeels geïmporteerd.

Europese Whisky

Als gevolg van de wereldwijd groeiende vraag naar Whisky, heeft de afgelopen jaren een aantal kleinschalige Europese distilleerderijen de activiteiten uitgebreid met het maken van whisky. In het noorden van Europa betreft dit veelal uitbreiding van bestaande bierbrouwerijen en in het zuiden worden ketels, die werden gebruikt voor het stoken van Cognac, ingezet voor de whiskyproductie.

Aziatische / Australaziatische whisky

Deze whisky’s zijn vaak moeilijk te vinden buiten de regio van herkomst (Australië en Nieuw Zeeland), daar de producenten zich vooral richten op de thuismarkt. India is bijvoorbeeld ’s werelds grootste whiskygebruiker. Bovendien mag veel whisky die in Azië is gestookt geen whisky worden genoemd in de Europese Unie, omdat deze niet voldoet aan de gestelde eisen.

Proeven van whiskey

Leer hoe je whiskey moet proeven

De kunst van het proeven is er een die u onder de knie kunt krijgen. En dat is gewoon ’n kwestie van eraan beginnen. Wij realiseren ons dat de termen, gebruikt om whisky te omschrijven, soms ietwat intimiderend kunnen zijn. Daarom nemen wij u graag mee in deze bezigheid die, naarmate u meer proeft, telkens interessanter zal worden.

Hoe meer whisky u proeft, hoe gemakkelijker het u zal afgaan. Zeker als u, terwijl u proeft, informatie over de betreffende whisky tot uw beschikking heeft. Leest u de achtergrond en maakt u uw eigen notities, dan zult u direct merken dat u gemakkelijk onderdeel wordt van de wereld achter deze prachtige drank. Niets is leuker dan proeven, ontdekken en leren.

Wij geven u een aantal beginnerstips en alle veel gebruikte termen in de wereld van whiskey. U hoeft ze niet uit uw hoofd te leren, maar u zult zien dat, om een whisky voor uzelf te omschrijven, kunnen deze termen best handig zijn.

De gouden regel bij het proeven van whiskey is dat smaak bovenal zéér persoonlijk is. Wat ú proeft en hoe u dit beoordeelt, is van belang. Proeft u samen met een andere liefhebber, dan is het leuk en leerzaam om uw proefervaringen uit te wisselen.

Langzaam proeven

Whiskey is een bijzondere drank die langzaam moet worden geproefd. Gun uzelf de tijd om de karaktereigenschappen van de whiskey langzaam vrij te laten komen. U zult merken dat bij de meeste whiskey’s uw eerste slok heel anders is dan de tweede, en de derde na enige tijd weer anders dan de tweede…

De Neus

De Neus (Nose) van een whisky is het aroma dat u ruikt. De aroma’s geven een indicatie van hoe de whisky zal smaken. Giet het buisje Whisky in uw glas en laat het even rondgaan door een kleine zwierende polsbeweging te maken, waardoor de zuurstof wordt toegevoegd en verdamping kan beginnen. Dit is van belang omdat de whisky tot dan in het vat of de fles ‘gevangen’ heeft gezeten. Geef de whisky een beetje tijd om zijn karakteristieken te presenteren. Laat de whisky dan enkele tellen tot rust komen in het glas alvorens er aan te ruiken. Verwarm het glas iets door het in uw handpalm te houden. Ruikt u direct, dan zult u in veel gevallen een niet aangename alcohol of Aceton lucht ruiken. Let ondertussen op de kleur van de whisky.
Stop uw neus in het glas – letterlijk – en snuif de aroma’s op. Doe dit 3 keer en probeer de aroma’s te identificeren. Enkele veelgebruikte termen om het aroma aan te duiden zijn: licht, fris, zwaar, vol, fruitig, bloemachtig, kruidig, rokerig, turfachtig, etc. U zult merken dat uw eerste snuif vol alcohol zit, de tweede zoeter en fruitiger zal zijn en de derde een rokerige warmte uitstraalt. Probeer op basis hiervan gerust de smaak van de whisky te voorspellen.

De Smaak

De Smaak (Palate) wordt geregistreerd door de smaakpapillen op uw tong. Van groot belang is dat u de whisky niet te snel drinkt. Houd hem even vast in de mond om de smaak goed te laten rondgaan. Verschillende delen van de tong en mond reageren op verschillende smaken en karakteristieken van de whisky. Probeer nu de kenmerken te proeven en voor uzelf te omschrijven in uw eigen tasting notes. Neem iets later een nieuwe slok en probeer hierbij nieuwe dingen te ontdekken. Maakt u zich geen zorgen als u iets proeft wat een ander niet proeft of andersom. Tenslotte zijn onze smaakpapillen allemaal verschillend.

De Afdronk

De Afdronk (Finish) is de smaak die achterblijft in de mond nadat u de whisky doorslikt. U zult ontdekken dat de complexiteit van de afdronk whisky onderscheidt van andere spirits. Probeer zoveel mogelijk smaken te ontdekken en omschrijven. En een vergelijking te maken met smaken die u kent. Bij de afdronk stelt u zich ook de vraag of deze kort, medium of lang is.

 

De invloed van water

 

Water of ijs toevoegen?

Het toevoegen van water of ijs kan de whisky zowel positief als negatief beïnvloeden. De meeste whisky’s met een alcoholgehalte tussen 40% en 45% hebben meestal al wat water toegevoegd gekregen door een proces dat men cutting noemt. Dit gebeurt vóór het bottelen om de smaak af te stemmen op een grotere groep consumenten. Meestal gebeurt deze cutting met natuurlijk water dat te vinden is in de buurt van de distilleerderij.

IJs in Whisky

Het toevoegen van ijs is zeer controversieel. Sommige kenners menen dat dit gewoonweg not done is, maar in de Verenigde Staten is het de gewoonte om whisky on the rocks te drinken. Het verschil met water is dat ijs de temperatuur in je glas onmiddellijk doet dalen en de whisky ervan weerhoudt zijn bijzondere karaktertrekken te tonen. Bovendien wordt je whisky hierdoor verdund. In plaats van de smaken beter tot uiting te laten komen, zal ijs de smaken eerder maskeren of verhinderen om los te barsten, net zoals bij een goede witte wijn die te koel geserveerd wordt. Het zal uiteraard meer verfrissend zijn, maar de smaak zal eerder mat worden. De smaak zal pas iets opleven nadat het ijs is gesmolten en de whisky weer kan opwarmen, maar de dram is dan al te verdund om nog tot zijn recht te komen. Voor het proeven raden wij dus aan geen ijs te gebruiken.

 

 

Water in Whisky

Door het toevoegen van (een hele kleine hoeveelheid! ) water kan in een whisky plotseling een heel stel nieuwe karakteristieken laten losbarsten, die u bij een pure whisky niet zou geproefd hebben. Dit is zeker het geval bij Cask Strength whisky’s of whisky’s met een alcoholgehalte boven de 60%. Het hoge alcoholgehalte weerhoudt de subtielere smaken om naar de voorgrond te komen. Door een klein beetje water wordt de alcohol wat geblust, waardoor de smaken beter tot hun recht komen. Hoeveel water u precies moet toevoegen hangt natuurlijk af van uw persoonlijke smaak. Ook hiermee kunt u gerust experimenteren.

Conclusie

Ons advies is een whisky altijd eerst in zijn natuurlijke vorm, zonder toevoegingen (straight of neat), te proeven. Sommige whiskykenners menen dat je ook geen water mag toevoegen aan een whisky, omdat je deze zou moeten proeven zoals hij door de distilleerderij oorspronkelijk werd gemaakt, in al zijn natuurlijke schoonheid en complexiteit. Een klein beetje water toevoegen kan echter helpen om nog meer smaken en complexiteit naar boven te halen. Zeker wanneer het een whisky betreft met een hoog alcoholgehalte, zoals een Cask Strenght.

Whisky stones

Er is een alternatief voor het toevoegen van ijsblokjes , wanneer u wilt vermijden dat de whisky teveel wordt verdund; Whisky Stones. Dit zijn stenen in de vorm van ijsblokjes. Ze kunnen dus worden afgespoeld en hergebruikt.
Ondanks dat deze stenen uw dram niet verdunnen, koelen zij de whisky zodanig af dat heel wat smaak verloren gaat. De whisky zal pas echt tot zijn recht komen wanneer hij langzaam terug begint op te warmen. Wij raden voor het proeven dus ook deze Whisky Stones af.

Soorten glazen

Whiskyglazen

Sniffer

Er is één soort glas geschikt voor het goed proeven van whisky; de Sniffer. Dit soort glazen is ontworpen om de aroma’s beter naar de neus te geleiden; de neus is immers een zeer belangrijke factor bij het proeven. Dit glas heeft een tulp vorm met een brede basis en een versmalling naar de rand.

Tumbler

Een breed glas met dikke bodem en zonder vernauwing is minder geschikt voor het proeven, omdat de aroma’s zich snel kunnen verspreiden. Gebruik een Tumbler daarom liefst alleen wanneer u gewoon van een glas whisky wilt genieten.

Turf

Turf

Turf (peat) wordt bijna overal op de Britse eilanden gevonden en het gebruik ervan in de productie van de meeste Schotse whisky’s zorgt voor die unieke, rokerige, smaak. Turf is aarde die bestaat uit grassen, mossen, takken en wortels die over de eeuwen heen in de bodem werden samengedrukt.

Het gebruik

De ontgonnen turf wordt (meestal met de hand) gesneden en te drogen gelegd gedurende een tweetal weken. Dan wordt hij naar de distilleerderij gebracht in de buurt. Meestal komt de turf van grond die in bezit is van de distilleerderij zelf. De turf wordt verbrand onder de gerst om er mout mee te krijgen. Omdat de turf zo compact is brandt het zeer lang met een constante temperatuur en rook.

Phenols

Het gebruik van turf is één van de redenen waarom whisky’s zo verschillend smaken. De rook van turf bevat chemicaliën (phenols), die door de gerst worden opgenomen tijdens het mouten. De hoeveelheid phenols wordt bepaald door de duurtijd dat de gerst aan de rook werd blootgesteld, de hoeveelheid rook die vrijkwam bij het verbranden van de turf en natuurlijk ook het soort turf dat werd gebruikt.
Als het mout wordt afgevoerd, wordt de hoeveelheid phenols gemeten. Dit wordt uitgedrukt in PPM – Parts Per Million. Een distilleerderij zal steeds dezelfde PPM in zijn mout nastreven. De PPM wordt ook in het eindproduct gemeten. Hoe hoger de PPM in de whisky, hoe rokeriger hij smaakt.

Invloed van hout op whiskey

 

Invloed van hout op Whisky

Ook het eikenhouten vat of fust (cask) waarin de whisky heeft gerijpt, heeft invloed op de smaak. Dat deze vaten van eik moeten zijn, werd bij wet vastgelegd. De keuze van deze houtsoort ligt in het feit dat het sterk is, maar toch een structuur heeft, waardoor geen lekken kunnen ontstaan. Het is poreus, waardoor zuurstof in en uit het vat kan. En het hout kan door verhitting worden gebogen zonder te breken; van belang is bij de productie van fusten.

Hout zit vol natuurlijke oliën, die vanillins worden genoemd. De spirit trekt als het ware deze vanillins uit het vat tijdens het rijpingsproces en vormen dus mede de complexe smaak van de whisky. Er worden momenteel drie houttypes gebruikt in de productie van whisky. Deze hebben allemaal hun eigen specifieke kenmerken.

Europese eik

Dit type eik (Quercus Robur) wordt al meer dan tweehonderd jaar gebruikt in het rijpingsproces van Schotse whisky en Ierse whiskey. De eerste fusten werden gemaakt van Engelse en Schotse eiken, maar gezien de trage groei van deze lokale boom werd al snel uitgeweken naar Russische eik.
Vanaf 1860 begonnen de Britten sherry te importeren uit Spanje. De eiken vaten waarin de sherry gerijpt had waren gelijkaardig – van Spaanse eik – maar een stuk goedkoper.
Tegenwoordig wordt steeds meer gebruik gemaakt van Franse eik. Deze worden traditioneel gebruikt voor het rijpen van wijn en worden door de distilleerderijen voornamelijk gebruikt om een speciale afdronk aan hun whisky te bezorgen.

Enkele typische ‘smaak’-termen in combinatie met rijping op dit soort hout:
sherry, gedroogd fruit (rozijnen), kruiden (kaneel, nootmuskaat), karamel, sinas.

Amerikaanse eik

Dit type eik (Quercus Rubra) wordt pas sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog gebruikt, nadat een wet werd ingevoerd om de vatenindustrie nieuw leven in te blazen na de Drooglegging van de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. Ook de Ieren en Schotten begonnen de Amerikaanse bourbon casks te gebruiken voor de rijping van hun whisky’s.
Amerikaanse eik wordt gezien als de perfecte houtsoort voor whiskyvaten, omdat deze snel groeit met een kaarsrechte stronk en een hoog gehalte aan vanillins. Een typisch Amerikaans vat, de zogenaamde ASB (American Standard Barrel), wordt gezien als ideaal omwille van de goede verhouding tussen de hoeveelheid spirit en de oppervlakte van de binnenkant van het vat. Resultaat: bijna 90% van alle whisky’s wereldwijd worden nu gerijpt in Amerikaanse eiken bourbon fusten.

Enkele typische ‘smaak’-termen in combinatie met rijping op dit soort hout:
vanille, honing, noten (kokosnoot, amandel, hazelnoot), karamel en kruiden.

Japanse eik

Dit type eik (Quercus Mongolica), beter bekend als de Mizunara eik, wordt sinds 1930 gebruikt in de Japanse whiskyindustrie. De Mizunara heeft een bijzonder hoog gehalte aan vanillins, maar is zacht en zeer poreus. Het hout kan lekken en raakt gemakkelijk beschadigd. Daarom wordt ook in Japan voornamelijk gebruik gemaakt van bourbon of sherryvaten om de whisky te rijpen en pas op het einde van dit rijpingsproces overgeheveld naar Mizunara-vaten om de specifieke smaak te krijgen.

Enkele typische ‘smaak’-termen in combinatie met rijping op dit soort hout:
vanille, honing, bloemen, bloesem, vers fruit (peren, appels), kruiden (nootmuskaat, pepers), hout.

 

Soorten casks

Soorten whiskyvaten of fusten

Op een fles whisky kan het type vat vermeld staan, waarop deze werd gerijpt. Hierbij geldt: hoe kleiner het vat, hoe meer de rijpende spirit in contact is gekomen met het hout van het vat eromheen en hoe groter dus de invloed van de natuurlijke oliën, de vanillins.

Een overzicht van de verschillende soorten whiskyvaten:

Blood Tub

40 liter

De Blood Tub wordt voornamelijk gebruikt bij het brouwen van bier, maar heel soms ook voor het rijpen van whisky, bijvoorbeeld bij speciale edities.

Quarter Cask

50 liter

De Quarter Cask is een vat ter grootte van een vierde van een ASB (American Standard Barrel). Gebruikt omwille van het grote contact tussen spirit en hout, waardoor de whisky zijn smaak snel krijgt. Wordt soms ook firkin genoemd.

ASB (American Standard Barrel)

200 liter

De ASB is het ‘moderne’ whiskeyvat, gemakkelijk in gebruik gezien de capaciteit. Gemaakt van Amerikaanse eik. Wordt voornamelijk gebruikt in de bourbon industrie, maar ook frequent voor het rijpen van Schotse en Ierse spirit.

Hogshead

225 liter

De Term Hogshead is afgeleid van het 15e eeuwse Engelse 'Hogges Hede', wat overeenkwam met 63 gallons. De voorlopers van de ASB en wellicht nog steeds de meest gebruikte vaten ter wereld voor de rijping van whisky.

Barrique

300 liter

De Barrique wordt voornamelijk gebruikt in de wijnindustrie. Het grote verschil met de whiskyvaten is dat deze worden gebonden met stroken houten in plaats van metalen ringen. Ze geven een wine cask finish aan de whisky.

Puncheon

500 liter

De Puncheon vaten worden van Amerikaanse eik of van Spaanse eik gemaakt en gebruikt in de rum- en sherryindustrie. Ze worden gebruikt om whisky zijn finish te geven.

Butt

500 liter

De Butt is een hoog smal vat, gemaakt van stevige Europese eik. Worden voornamelijk gebruikt in de Spaanse sherry-industrie. Het zijn de meest voorkomende sherry-vaten die voor het rijpen van whisky worden gebruikt.

Port Pipe

650 liter

De Port Pipe is eveneens een hoog smal vat, gemaakt van stevige Europese eik. Ziet er een beetje uit als een uitgetrokken vat. Deze worden voornamelijk gebruikt voor het rijpen van Port om hierna whisky zijn finish te geven.

Madeira Drum

650 liter

De Madeira Drum is een kort en rond vat met wijde diameter, gemaakt van Franse eik. Zoals de naam al aangeeft, worden deze vaten voornamelijk gebruikt in de Madeirawijnindustrie. Wordt soms gebruikt om whisky zijn finish te geven.

Gorda

700 liter

De Gorda is een enorm vat, dat zijn oorsprong vindt in de Amerikaanse whiskyindustrie. Ze worden soms gebruikt om whisky te rijpen, maar voornamelijk voor het samenvoegen (marrying) van verschillende whisky’s om een blended of vatted whisky te bekomen.

De meest gebruikte vaten zijn het American Standard Barrel en de Butt.

 

Hoe lang kan je whiskey bewaren

HOE LANG KUN JE WHISKY BEWAREN?

Hoe lang je whisky kunt bewaren hangt af van of een fles geopend is, of nog gesloten. De hoeveelheid zuurstof die bij de whisky komt bepaalt namelijk hoe lang je de whisky kunt bewaren.

  • Gesloten fles whisky: Er is geen specifieke houdbaarheidsdatum voor een gesloten fles whisky.
  • Open fles whisky: Drink een fles whisky na openen binnen 1 tot 2 jaar.
 
 
Houdbaarheid gesloten fles whisky

Zoals je hebt kunnen lezen zit er theoretisch gezien geen houdbaarheidsdatum aan een ongeopende fles whisky. Je kunt een gesloten fles decennialang bewaren. Of er een reden is om die fles zo lang te laten staan is een andere kwestie. In tegenstelling tot wijn stopt het rijpingsproces zodra de whisky uit de vaten wordt gehaald. Meer weten over de kwaliteit en leeftijd van een fles whisky verbetert dus niet met de tijd.

Houdbaarheid van whisky na openen

Over de houdbaarheid van een geopende fles whisky verschillen de meningen. De een beweert dat een geopende fles whisky gemiddeld 3 jaar houdbaar is, de ander adviseert om een fles niet langer dan 1,5 jaar geopend in de kast te laten staan. Kortom, er bestaat geen eenduidig antwoord op deze vraag. Wij adviseren de fles, indien er nog een ruime hoeveelheid in zit, binnen een periode van 1 tot 2 jaar op te drinken.

 

Hoe bewaar je whiskey

Je weet nu hoe lang jouw whisky houdbaar is. Wil je de houdbaarheid van jouw whisky verlengen? Dan is het belangrijk dat je de whisky op de juiste manier bewaart. Wij zetten een paar tips voor je op een rij:

  1. Houd de fles recht
  2. Bewaar de fles in een constante temperatuur 
  3. Bewaar de fles in een donkere ruimte
  4. Houd de kurk vochtig
  5. Houd de fles tot minimaal de helft gevuld

Zoals je ziet zijn er veel factoren die van invloed zijn op de houdbaarheid van zowel een geopende als een gesloten fles whisky. Hieronder leggen we uit waarom deze manier van bewaren belangrijk is.

1. Houd de whiskyfles recht

Whisky hoort altijd rechtop bewaard te worden. Hoewel een fles wijn lekkerder wordt door in contact te komen met de kurk, wordt de smaak van een fles whisky er niet beter op. Door het hoge alcoholpercentage is de kans groot dat de whisky bederft zodra de relatie tussen de whisky en de kurk iets te innig wordt. Kortom; bewaar een fles whisky dus altijd rechtop!

2. Bewaar de whisky op een constante temperatuur

De ideale temperatuur om whisky in te bewaren is tussen de 15 en 18 graden Celsius. Belangrijk is om de temperatuur niet teveel te laten schommelen en zeker niet te warm te laten worden. Zodra de whisky te warm wordt zal de inhoud namelijk verdampen en dat wil je natuurlijk niet! Bewaar de whisky daarom in een ruimte zoals de kelder. Geen kelder in huis? Bewaar de whisky dan in een afgesloten ruimte waar de temperatuur niet te veel schommelt. Dan blijft de whisky langer goed.

3. Bewaar de whisky in een donkere ruimte

Whisky is allergisch voor zon; zonlicht breekt alcohol af en zorgt voor verandering van smaak en kleur. Houd de whisky daarom altijd in een donkere ruimte en eventueel in de verpakkingsdoos; hoe minder licht, hoe beter.

4. Houd de kurk vochtig

Indien de whisky geruime tijd verticaal wordt bewaard is er een hoog risico op uitdroging van de kurk. Het zou toch zonde zijn als je na een aantal maanden eindelijk die fles opent en de kurk breekt af…Houd de kurk daarom vochtig door de fles eens per maand te kantelen.

5. Houd de whiskyfles tot minimaal de helft gevuld

Zodra er teveel zuurstof bij de whisky komt zal de kwaliteit achteruitgaan. Een goede tip is, indien de fles voor minder dan de helft is gevuld, om hem over te schenken in een kleinere fles. Hierdoor wordt de hoeveelheid zuurstof in de fles verminderd en is de whisky langer houdbaar.